donderdag 16 juni 2016

Les 10 | Lesvoorbereidingsformulier

Hieronder staat het lesvoorbereidingsformulier van de les die ik zelf ontworpen heb.



woensdag 15 juni 2016

Les 9 | Beeldend vermogen

Het beeldend vermogen van een kind ontwikkelt zich in 3 fasen:
  1. Krabbelen
  2. Gecodeerde werkelijkheid
  3. Zichtbare werkelijkheid
We hadden tekeningen van kinderen meegenomen naar deze les. Deze tekeningen hebben we ingedeeld in de verschillende fasen.

Krabbelen

Gecodeerde werkelijkheid

Zichtbare werkelijkheid

Zichtbare werkelijkheid
Vervolgens moesten we de beeldaspecten die passen bij de tekeningen bij de tekening leggen. Dit volgt hieronder:








De bovenstaande tekening is gemaakt door een kind van 5 jaar. Deze tekening past bij de fase van de gecodeerde werkelijkheid. Het kind loopt voor, want het kind zou ook nog in de krabbelfase kunnen zitten.

Les 2 | Werkprocessen 1



In deze les werd aandacht besteed aan verschillende technieken:
1) Experimenteren: uitvinden hoe je iets kan maken; 'we zien wel wat het wordt'
2) Ontwerpen: (bijv. storyboard)
3) Ambachtelijk: er is een methode voor en zo wordt het elke keer gebruikt en geleerd (bijv. stop-motion)

Assemblage is het samenstellen van ruimtelijke vormen. Deze les hebben we hier veel gebruik van gemaakt. In deze les moesten we verschillende assemblage-technieken toepassen, zoals klikken, schuiven en draaien. Wij hebben in ons racemonster de volgende assemblage technieken gebruikt:

  • Bevestigen met behulp van spijkers
  • Bevestigen met behulp van elastiek
  • Bevestigen door middel van in elkaar schuiven
  • Bevestigen met behulp van lijm

Op de foto is het racemonster te zien wat ik afgelopen les heb gemaakt. Op de eerste foto zie je vooral hoe snel hij kan zijn en op de tweede foto ziet hij er monsterlijk uit. Dit racemonster hebben we van afval gemaakt. Tijdens deze opdracht werd gebruik gemaakt van experimenteren.

Het was de bedoeling dat de boordelingsmatrix voor het racemonster werd ingevuld (zie foto). Hieronder volgen de scores.

- Ruimtelijk voertuig: 2 punten
- Snelle vorm in één geheel: 1,7 punten
- Losse beweegbare onderdelen: 0,7 punt
- Monsterlijke uitstraling: 1,4 punten
- 3 Assemblagetechnieken: 2 punten

Les 8 | Beeldend probleem

Deze les ging het over het beeldend probleem. Een werkstuk bestaat uit twee doelen: een beeldend doel en een technisch doel.

We kregen verschillende opdrachten:

Teken een blije kubus. Dit is alleen een beeldend doel. Het technisch doel wordt niet benut. Er zit niet veel uitdaging in. Een smiley + een kubus = een blije kubus.
Blije kubus

Teken een verlegen kubus & Teken een woedende kubus. Deze opdrachten hebben allebei een beeldend doel. De oplossing is niet cliché.

Verlegen kubus
Woedende kubus

Teken een kubus met behulp van de horizon. Deze opdracht heeft een technisch doel

Teken een kubus. Deze opdracht heeft geen beeldend doel en ook geen technisch doel.

Vervolgens kregen wij een opdracht. We moesten een menselijk figuur van klei maken en die in een bepaalde houding zetten zodat je kon zien wat zijn emotie was. Dit figuur werd beoordeeld op de volgende punten: menselijk figuur, expressie zichtbaar, uit het geheel geboetseerd, verhoudingen natuurgetrouw en textuur sluit aan bij expressie.
Dit was het resultaat:




Les 7 | Beeldaspecten

Deze les ging het het beeldaspecten. Beeldaspecten kunnen in 5 categorieën worden ingedeeld:
  1. Ruimte
  2. Kleur
  3. Vorm
  4. Textuur
  5. Compositie
Iedereen uit de klas kreeg een shot uit een film en een beeldaspect. We moesten de beeldaspecten aan de goede shots uit de films koppelen. 

Ik had het volgende shot:

In dit shot is een duidelijke herhaling te zien. Je ziet 3 kippen met dezelfde pose. Door de herhaling ontstaat er het idee van ritme.

Vervolgens gingen we zelf aan de slag. De opdracht was om een foto van onszelf te bewerken tot een abstract kunstwerk. De emotie moest duidelijk te zien zijn. Ik heb gekozen voor de emotie: blij. Door de vrolijke kleuren straalt er blijheid van het kunstwerk af. Verder door de ronde bolling in het kunstwerk kan men denken aan vrolijkheid; huppelen door het leven. Ze bepalen vorm en kleur dat de emotie duidelijk te zien is. De foto is abstract geworden door andere kleuren te gebruiken en verschillende vlakken met kleuren.


zaterdag 30 april 2016

Les 4 | Beeldcultuur 1


Deze les ging het over verschillende kunstperiodes: klassiek, modern en postmodern.

Een beeld dat mij aanspreekt uit de klassieke periode is de wagenmenner van Delphi. Het beeld stelt een mannenfiguur voor gekleed in een lange traditionele wagenmennerschiton tijdens zijn ereronde. De wagenmenner was een wijgeschenk aan de god Apollo als dank voor de overwinning bij een wagenren op de Pythische Spelen. Dit beeld behoort tot de strenge stijl. In de strenge stijl verdwijnt een groot deel van de kenmerken van de archaïsche periode. De beelden hebben nog wel weinig details. Het verschil is dat ze wel natuurlijker overkomen. De benen van het beeld hebben een vrijere stand en er is geen symmetrie in de schouders. In de klassieke periode werden mensen in beelden voorgesteld met ideale verhoudingen en dat is in dit beeld ook terug te zien.

'Unique Forms of Continuity in Space', 1913 bronze by Umberto Boccioni.jpg



Een beeld dat mij aanspreekt uit de modernistische periode is een beeld van Umberto Boccioni: Unique Forms of Continuity in Space. Dit beeld past heel goed bij de modernistische periode, omdat de mensen in deze periode op zoek waren naar nieuwe vormen en dat is in dit beeld ook te zien. Het beeld heeft een helm op wat staat voor de oorlogshonger van de futuristen. De maker van het beeld wilde dit beeld als 1 geheel laten zijn.








Tijdens deze les moesten we ook een podcast maken. We moesten een schilderij uitkiezen en het schilderij uitleggen aan kinderen. We hebben de symboliek uitgelegd in een stilleven. Dit is de link naar de podcast:

https://www.youtube.com/watch?v=dvv2cQXVux4&ebc=ANyPxKq85kmc7W3KrY73fm5Kgm_V-dBvm_fJMEU_B4LKKv6vcRk3eOf-65uxzwvHAN0ld3ToPDtl&app=desktop

donderdag 28 april 2016

Les 6 | Ontwikkelingsfasen

Ivan Albright- In de wereld kwam er een ziel genaamd Ida (1929-30).
Hoe beschouw je een beeld? Wat is je eerste indruk? Wat kun je vertellen over de voorstelling? Kun je je erin inleven? Hoe sluit vormgeving aan op het thema? Kun je het plaatsen in een bredere context?
Afhankelijk van hoe je dit schilderij beschouwt, zit je in een bepaald niveau.
Als je het schilderij bijvoorbeeld lelijk vindt, omdat het donker is, de vrouw er raar uitziet en niet alles goed is geschilderd dan zit je in niveau 1.
Niveau 5: bredere context
Niveau 4: titel erbij heb gehaald en plaatsen in tijd
Niveau 2b/3 zit vaak in animatiefilms.

Vragen bij een poster van de film Nemo
Dit is de link naar de poster waar de vragen bijstaan. De vragen zijn ingedeeld in de verschillende niveaus van de ontwikkelingsfasen.
http://www.thinglink.com/scene/782203928660934658

Dit zijn de vragen en de mogelijke antwoorden die de kinderen zouden kunnen geven:

1.      A Wie kent het verhaal van de film Nemo?
De kinderen steken hun vinger op en willen wat over de film vertellen.
B Wie heeft er wel eens een clownvis gezien?
De kinderen steken hun vinger op en willen vertellen dat ze een clownvis hebben gezien en waar.
2.      A Hoe zouden Dory en Nemo zich voelen?
Dory en Nemo zijn heel erg bang.
B Benoem minimaal drie dingen waaraan je kunt zien dat Nemo en Dory bang zijn
Ze hebben grote ogen, houden elkaar stevig vast en hebben hun mond wijd open.
C Hoe zie je aan de haai dat hij gemeen is?
Je kan dat zien aan zijn ogen. De ogen van de haai kijken heel gemeen. Ook heeft hij zijn mond wijd open waardoor je zijn scherpe tanden kan zien.
D Waaraan kan je zien dat Nemo en Dory vrienden zijn?
Ze houden elkaar stevig vast om zo bescherming bij elkaar te zoeken.
E Wat kan je vertellen over de omgeving en de positie van Nemo en Dory?
Nemo en Dory hebben de haai gezien, maar kijken niet meer naar de haai. Ze lijken super klein vergeleken met de haai, omdat de haai van voren is gefilmd. De omgeving is donker, maar de haai is lichter.
3.      A Welk gevoel geeft de positie van Nemo en Dory je?
Ik word er een beetje bang van, omdat ze bijna worden opgegeten door de haai.
B Zou de haai Nemo en Dory op willen eten of zou hij ze bang willen maken?
Ik denk dat hij Nemo en Dory op wil eten, omdat hij zo zijn tanden laat zien.
C Wat is de betekenis van de kleuren van de vissen?
De kleur van de haai is koel en de visjes hebben vrolijke, gezellige kleuren
4.      A Wat als Dory een haai was geweest. Dus als Nemo bevriend was geweest met een haai?
Dan had deze haai ze waarschijnlijk niet durven aanvallen
B Hoe zou het zijn als alle vrienden van Nemo en Dory erbij waren geweest?
Dan durfde de haai niet aan te vallen.
Dan hielden ze elkaar allemaal vast om minder bang te zijn.
5.      A Welk gevoel overheerst als je deze poster ziet?
Ik vind het zielig voor Nemo en Dory.
Ik word er een beetje bang van, omdat de haai er zo gevaarlijk uitziet